Gegevens

Vlag TsjaadGegevens Tsjaad

De geschiedenis: In 1960 werd Tsjaad onafhankelijk van Frankrijk, met uitzondering van het noordelijk deel dat tot 1964 onder Frans militair beheer bleef.Vanaf de onafhankelijkheid tot de dag van vandaag is het land het toonbeeld van politieke onrust als gevolg van elkaar en de elkaar afwisselende regeringen bestrijdende politiek-militaire bewegingen. Een constante factor daarin zijn de tegenstellingen en conflictueuze relaties tussen de Arabische, van de veeteelt levende, moslimbevolking in het arme, woestijnachtige Noorden en de christelijk-animistische landbouwers in het relatief welvarende Zuiden. Daarnaast hebben in deze periode Frankrijk en Libië veel invloed gehad op het verloop van de geschiedenis en de militaire strijd.De geschiedenis van Tsjaad van de afgelopen veertig jaren kan ruwweg in vier periodes onderverdeeld worden op basis van de aan het bewind zijnde presidenten. Waarbij niet politieke verschillen maar eerder militaire macht en steun van Libië dan wel Frankrijk bepaalde wie er aan de macht was of kwam.Van 1960 tot 1975 was François Tombalbaye, leider van de Parti Progressiste Tchadien (PPT), president. Hij was afkomstig uit het Zuiden. In 1962 verbood hij alle politieke partijen behalve de PPT, hetgeen op grote weerstand stuitte bij politiek invloedrijke personen in het Noorden. De hele periode van zijn bewind had hij te kampen met militaire op – en tegenstand in het Noorden van het land. In 1965 brak een ware rebellie tegen hem uit. Belangrijk in die strijd was de, in 1966 in het Noorden opgerichte, politieke partij FROLINAT (Front de libération nationale du Tchad), met de militaire tak FAN (Forces Armdes du Nord) met Hissène Habré. In 1968 intervenieerde Frankrijk aan de kant van de regering, terwijl Libië actief de FAN ondersteunde. De spanningen tussen Tsjaad en Libië liepen hoog op toen in 1973 Libië de “Aozou strip” in het Noorden innam.

In 1975 kwam Tombalbaye om bij een staatsgreep.

De periode 1975-1982 met eerst Malloum (uit het Noorden) en daarna Kamougue (Zuiden) als president staat bekend als de meest bloedige in de geschiedenis van Tsjaad. Militaire groepen met wisselende coalities (Habré soms samen met Malloum tegen de Libiërs en dan weer los van Malloum gesteund door de Libiërs) en wisselende voorkeuren bij Frankrijk bestreden elkaar continue.
Van 1982 tot 1990 was Hissène Habré aan de macht. Een nationale verzoeningspoging met zuiderlingen op belangrijke posten voorkwam niet dat de onlusten opnieuw uitbraken. M.n. het Noorden waar Libië nog steeds aanspraak maakte op de Aozou strip en rebellerende militaire- politieke groepen bleef steunen, werd geteisterd door geweld. Het bewind van Habré kwam door een staatsgreep in 1990 aan een eind.

De, ook uit het Noorden afkomstige en voormalige opperbevelhebber van Habré’s militaire eenheid, Idriss Deby met zijn Mouvement Patriotique du Salut (MPS), gesteund door Soedan en (waarschijnlijk) Libië, kwam aan de macht. Hij kondigde democratische hervormingen aan. In 1992 werd de constitutie herzien. In 1996 en 1997 vonden presidentiële- en parlementsverkiezingen plaats, waarbij Deby en de MPS de meerderheid van stemmen behaalden, en Deby de democratisch gekozen president werd.

Ook onder Deby bleef de toestand in Tsjaad onrustig, zeker tijdens de eerste jaren van zijn bewind, waarin bijvoorbeeld herhaaldelijk sprake was van standrechterlijke executies van tegenstanders. Toch slaagde hij erin vanaf 1992 een periode van relatieve rust in te laten gaan. Hij bereikte dit o.m. door vredesovereenkomsten met verschillende politiek-militaire tegenstanders af te sluiten, de relaties met Libië te verbeteren en binnen zijn regering leden van de oppositie op te nemen.

 

Geografie

Oppervlakte: 1.284.000 km² (38 x Nederland)
Landsgrenzen: Totaal: 5.968 km; met Kameroen 1.094 km, Centraal Afrikaanse Republiek 1.197 km, Libië 1.055 km, Niger 1.175 km, Nigeria 87 km, Soedan 1.360 km
Klimaat: Tropisch in het zuiden, woestijn in het noorden
Hoogste punt: Emi Koussi 3.415 m
Natuurlijke hulpbronnen: Olie, 225.000 barrels per dag
Land gebruik: Landbouwgrond: 3% permanent landbouwgrond: 0% permanent weideland: 36% bos: 26% anders: 35%
Geïrrigeerd land: 140 km² in 1993
Natuur rampen: Heet, droog, terugkerende periodes van droogte, sprinkhanenplagen.
Milieuproblemen: Een groot probleem in Tsjaad is dat er onvoldoende drinkwater beschikbaar is. Daarnaast draagt een verkeerde verwerking van afval in de rurale gebieden bij aan bodem- en watervervuiling en rukt de woestijn op. Verder is te noemen:overbegrazing; bodem erosie; ontbossing.
Extra probleem: Tsjaad is omsloten door land. Het Tsjaadmeer is een van de belangrijkste waterreservoirs van de Sahel maar droog ernstig op.

De bevolking

Bevolkingsaantal: 9,9 miljoen (geschat juli 2007)
Bevolkingsdichtheid:: 5 inwoners per km²
Leeftijdsopbouw: 0-14 jaar: 47.73% – 15-64 jaar: 49.46% – 65 jaar en ouder: 2.81% in 2001
Bevolkingsgroei: 2.32% geschat in 2007
kindersterfte: 95.06 doden op 1000 levend geborenen gegevens van 2001- In vergelijk met NL: 4,37
Kinderen tot 5 jaar met ondergewicht: 39% 1998
Levensverwachting: Totaal van de bevolking: 47.2 jaar gegevens van 2007 Mannen: 46.17 jaar – vrouwen: 48.27 jaarIn vergelijk met NL = 78,43 jaar
Vruchtbaarheidcijfer: 5.56 kinderen van een vrouw – gegevens van 2007
Verspreiding van AIDS bij volwassenen: Aantal mensen met AIDS 200.000 gegevens van 2003 Aantal AIDS doden: 18.000 in 2003
Ethnisch groepen: Moslims, gewoonlijk wordt daar “afkomstig uit het noorden” of “gorane” mee bedoeld: Arabieren, Toubou, Hadjerai, Fulbe, Kotoko, Kanembou, Baguirmi, Boulala, Zaghawa, en Maba); Niet-Moslims, gewoonlijk wordt daar “afkomstig uit het zuiden” Sara, Ngambaye, Mbaye, Goulaye, Moundang, Moussei, Massa inclusief niet religieuzen 150.000 waaronder 1.000 Fransen
Religies: Moslim 50%, Christelijk 25 % inheemse religies 25%
Talen: De officiële taal is Frans en Arabisch, Sara en Sango in het zuiden; er zijn meer dan 100 verschillende spreektalen en dialecten
Alfabetisme: Definitie: Lezen en schrijven boven de leeftijd van 15 jaar
totaal van de bevolking: 47,5% – mannen: 56,1% – vrouwen: 39,3%, in 2003

De overheid

Naam van het land: Republique du Tchad – korte vorm: Tchad
Type overheid: Republiek
Hoofdstad: N’Djamena
Administratieve indeling: 14 prefectures: Batha, Biltine, Borkou-Ennedi-Tibesti, Chari-Baguirmi, Guera, Kanem, Lac, Logone Occidental, Logone Oriental, Mayo-Kebbi, Moyen-Chari, Ouaddai, Salamat, Tandjile
Onafhankelijk sinds: 11 augustus 1960 van Frankrijk
Nationale feestdag: OnafhankeIijkheidsdag, 11 Augustus
Grondwet: Aangenomen door een nationaal referendum op 31 maart 1995
Stemrecht: Vanaf 18 jaar
Uitvoerende macht: Staatshoofd: President Lt. Gen. Idriss DEBY (sinds 4 december 1990)Premier: Nagoum YAMASSOUM sinds 13 december 1999Kabinet: aangewezen door de president op voordracht van de eerste minister.Verkiezingen: De president wordt gekozen voor een termijn van vijf jaar; de laatste verkiezingen werden gehouden op 20 mei 2001 en de volgende staan gepland in 2006

Grondwetswijziging in Tsjaad

Het parlement in Tsjaad is akkoord gegaan met een grondwetswijziging die het mogelijk maakt dat de huidige president Idriss Deby herkozen kan worden. Deby is momenteel bezig aan zijn tweede termijn van vijf jaar. Volgens de wet moet hij in 2006 plaatsmaken voor een opvolger. De wetswijziging maakt het mogelijk dat de president in de toekomst zo vaak herkozen kan worden als gewenst. President Deby’s partij heeft een overgrote meerderheid in het parlement.De oppositie boycotte de stemming en riep op tot een staking. Een BBC correspondent meldde dat aan de stakingsoproep breed gevolg is gegeven en dat de straten van de hoofdstad Ndjamena waren uitgestorven. Desalniettemin is de grondwetswijziging aangenomen. Deby kwam in 1991 aan de macht door een staatsgreep, vervolgens introduceerde hij een meerpartijensysteem.

Bron: BBCNews.com.
Wetgevende macht: Parlement: Nationale Vergadering (één kamer) bestaande uit 125 direct gekozen leden voor een periode van vier jaar.Van de 125 zetels in de Nationale Vergadering worden er momenteel 65 ingenomen door de MPS. De meerderheid van de oppositie in het parlement is op de een of andere manier verbonden met de MPS.
Binnenlandse politiek: Met het aantreden van Deby in 1990 werden democratische hervormingen en de invoering van een meerpartijensysteem aangekondigd. In 1992 werd een nieuwe constitutie aangenomen. Een overgangsregering trad aan om het proces tot democratisering vorm te geven. Parlements- en presidentsverkiezingen vonden plaats in 1996 en 1997. De, eveneens aangekondigde, lokale verkiezingen laten nog steeds op zich wachten. De politieke onrust nam, zeker in de beginperiode van het Deby-bewind, niet af.De spanningen tussen Noorden en Zuiden en de conflicten tussen regering en rebellen (die zich inmiddels hadden verenigd in de Mouvement pour la Démocratie et le Dévelopment), en andere oppositiepartijen zoals het Comité de Sursaut National pour la Paix et la Démocratie (CSNPD) in het Zuiden, bleven bestaan.Toch wist Deby vanaf 1992 langzamerhand meer rust in het land te brengen, m.n. door vredesovereenkomsten af te sluiten met een aantal rebellengroeperingen.

In 1994 werd een National Reconciliation Council opgericht om de onderhandelingen met verschillende rebellenbewegingen en andere oppositiepartijen te voeren.In maart 1997 kwam het tot een verzoening en zegden de rebellenbewegingen toe zich tot politieke partij om te vormen en de wapens neer te leggen en in te leveren. De regering beloofde de militaire rebellen op te nemen in het regeringsleger en anderen een plek te gunnen in het overheidsapparaat. De implementatie van de afspraken zijn niet succesvol verlopen.

Vooral gebrek aan financiële middelen bij de regering en politieke wil bij beide partijen zijn daarvan de oorzaak. Als gevolg van onvrede bij de ex-rebellen over het niet nakomen van de beloftes door de regering, braken in oktober 1997 gevechten uit in Moundou in het Zuiden tussen regeringstroepen en de militaire rebellenbeweging de FARF (op een federatie aansturende beweging in het Zuiden). De onlusten bereikten in maart/april 1998 een hoogtepunt met veel doden aan de kant van de rebellen en de burgerbevolking. Momenteel is het Zuiden weer (relatief) rustig. Deby stuurt,sinds begin 1999, zijn troepen naar het Noorden waar in de Tibesti regio een militaire oppositionele groep de regering bestrijd en in juni 1999 aankondigde voor het eind van het jaar voor de poorten van N’Djamena te zullen staan. Waarin men overigens niet slaagde. De regering ontkent dat het om een omvangrijke opstand gaat.

Naast het afsluiten van vredesovereenkomsten met rebellen tracht Deby de rust in het land te bewerkstelligen door leden van de oppositie in zijn regering op te nemen (de premier komt uit het Zuiden) en bewindslieden met een zekere regelmaat te vervangen zodat geen machtsposities opgebouwd kunnen worden. O.a. als gevolg van de vele wisselingen in de samenstelling van de regering is het beleid van de overheid niet daadkrachtig te noemen. Ook de oppositie is slechts beperkt actief.

Veel in Tsjaad wordt bepaald door de president en zijn naaste medewerkers. De ontwikkeling van het land stagneert al vele jaren. Wel is onder druk van het IMF en de Wereld Bank de laatste jaren het bestuur van het land verbeterd en is momenteel de hoop op vooruitgang gevestigd op een oliewinningsproject in het Zuiden van Tsjaad. De exploitatie is in handen van een olieconsortium bestaande uit Exxon, Shell en Elf. De WB heeft begin juni 2000 besloten een lening te verstrekken aan de regering van Tsjaad voor haar aandeel in de oliepijpleiding naar de kust van Kameroen.

De deelname van de WB aan dit project heeft internationaal mensenrechten- en milieuorganisaties en ook parlementen in beroering gebracht. Men eiste dat het olieproject zou voldoen aan de criteria en richtlijnen die de WB voor deelname in dit soort projecten geformuleerd heeft. Mede onder druk van de WB heeft de overheid van Tsjaad een plan opgesteld voor aanwending van de olie-inkomsten voor armoedebestrijding. Gezien het feit dat de olie zich alleen in het Zuiden van het land bevindt, speelt bij de discussie rond dit project de gespannen verhouding tussen het Noorden en Zuiden eveneens een rol.

 
Buitenlandse politiek: 

 

 

 

 

 

 

 

Libië heeft altijd een belangrijke politieke rol gespeeld in Tsjaad. In 1973 annexeerde Libië de Aozou strook in Noord Tsjaad op basis van een niet-geratificeerd verdrag ondertekend door Frankrijk en Italië in 1935. Militaire troepen werden in Tsjaad gestationeerd. Dit verslechterde de relaties tussen Tsjaad en Libië. Echte verbetering kwam pas in 1994 toen de International Court of Justice (ICJ) in het voordeel van Tsjaad besliste over het eigendom van de Aozou strip en Libië zijn militairen terug trok uit de regio. De relaties met Libië zijn de laatste jaren zelfs zeer goed te noemen. Presidenten en andere bewindslieden van beide landen bezoeken elkaar met toenemende frequentie. De diplomatieke relaties zijn in 1998 definitief hersteld. Ook de invloed van Frankrijk is na de onafhankelijkheid groot gebleven. Hoewel de formele verdedigingsovereenkomst tussen Frankrijk en Tsjaad in 1975 afliep, zijn Franse troepen tot op heden aanwezig in Tsjaad. Redenen daartoe zijn de interne instabiliteit in het land en de invloed van Libië.

Begin 1998 besloot Frankrijk haar militaire aanwezigheid in Afrika te reorganiseren en terug te brengen. De Franse militaire aanwezigheid in Tsjaad bleef echter overeind en werd zelfs versterkt. De politieke relatie tussen Tsjaad en Frankrijk is gevoelig. Frankrijk keurt openlijk de schendingen van de mensenrechten in Tsjaad af en is de laatste jaren van oordeel dat Tsjaad de Franse belangen niet goed behartigt. Medio 1998 liepen o.a. vanwege de houding van Frankrijk bij het olieproject in het Zuiden, de spanningen hoog op. Een aantal belangrijke Franse militairen werd uitgewezen en ook nam President Deby niet deel aan de Afrikaanse top in Parijs in november 1998.

De VS is relatief sterk aanwezig in Tsjaad. Daarbij is de aandacht meer op Libië dan op Tsjaad gericht. Deby tracht de banden met de VS aan te halen, o.m. om uit de greep van Frankrijk te komen.

De betrekkingen met buurlanden Niger en Nigeria waren nooit optimaal omdat Tsjaad deze landen ervan beschuldigde oppositiepartijen te steunen. Sinds kort valt verbetering in die relaties waar te nemen, zeker waar het Nigeria betreft.

Met de Arabische landen zijn de relaties goed.

Tsjaad neemt deel aan de vredesmacht in de Centraal Afrikaanse Republiek (MINURCA) en stuurde in november 1998 een troepenmacht naar de Democratische Republiek Congo ter ondersteuning van president Kabila.

 
Mensenrechten Zie ook: Amnesty International 

 

De mensenrechten situatie in Tsjaad lijkt in de afgelopen jaren wat verbeterd, maar blijft slecht. Zowel het regeringsleger als de presidentiële garde en de rebellen schenden herhaaldelijk de mensenrechten. Standrechtelijke moorden, molesteren van burgers, willekeurige arrestaties en opsluitingen zonder aanwijsbaar delict komen regelmatig voor. De veiligheidsdienst lijkt zich daaraan m.n. schuldig te maken. De rechtsgang verloopt zeer traag en scheiding van machten bestaat alleen op papier.

De omstandigheden in de gevangenissen zijn ronduit slecht. Sanitaire en medische voorzieningen zijn nauwelijks aanwezig en voor hun voedsel zijn de gevangenen geheel afhankelijk van familie. De cellen zitten overvol. Aparte ruimtes voor vrouwen, mannen en minderjarigen bestaan niet. Het Internationale Comité van het Rode Kruis constateert de laatste tijd enige verbetering in de behandeling van de gevangenen.Er wordt melding gemaakt van gedwongen arbeid in de landbouw en het leger.

Vrouwen nemen t.o.v. mannen een achtergestelde positie in. Deelname aan onderwijs en op de arbeidsmarkt is bij vrouwen beduidend lager dan bij mannen.

Kinderarbeid komt veel voor en de rechten van kinderen krijgen geen specifieke aandacht. De gezondheids- en onderwijsvoorzieningen zijn in het gehele land, maar zeker op het platteland, zeer beperkt aanwezig en van slechte kwaliteit. Onder druk van de Wereld Bank en enkele bilaterale donoren nemen investeringen in de sociale sectoren momenteel toe.

De grondwet voorziet in vrijheid van meningsuiting. Over het algemeen wordt dit recht door de regering gerespecteerd. Sommige onafhankelijke kranten laten zich zeer kritisch uit over de hedendaagse politiek. De president grijpt in zodra het politiek gevoelige onderwerpen betreft. De laatste tijd vooral als het kritiek op het olieproject in zuidelijk Tsjaad betreft.

Economie

Economie: Tsjaad is één van de armste landen ter wereld. De sociale indicatoren zijn slecht.Zo gaat slechts 25% van de bevolking jonger dan 23 jaar naar school. Niet meer dan een vierde van de totale bevolking heeft toegang tot schoon water en de zuigelingenzorg is één van de slechtste in Afrika. In het hele land zijn Tsjadische 80 artsen werkzaam. De meesten zijn getraind in de voormalige Sovjet-Unie of Oost Europa.De mogelijkheden voor economische groei zijn structureel perkt door een combinatie van slechte klimatologische omstandigheden, een zeer gebrekkige infrastructuur, politiek-militaire conflicten, een slecht bestuur, het landlocked zijn, en een omvangrijke schuld. Het aandeel van de particuliere sector in het Bruto Nationaal Product is na de devaluatie van de Franc CFA aanvankelijk afgenomen, maar wist zich later te herstellen en bij te dragen tot de economische groei van de laatste jaren. De, als gevolg van gunstige weersomstandigheden, goede katoenproductie van de afgelopen jaren was mede verantwoordelijk voor deze economische groei.De buitenlandse handelsbalans heeft door de tijd heen steeds een tekort vertoond, te wijten aan lage binnenlandse productie, hoge transportkosten en omvangrijke voedselimporten.De economie is sterk afhankelijk van hulp van Frankrijk, de Verenigde Staten, de Wereldbank, het International Monetair Fonds (IMF), de EU (o.a. verbetering van de infrastructuur) en van Europese landen als Duitsland en Zwitserland en de OPEC landen. Deze hulp wordt onder andere gebruikt voor verbetering van de overheidsdiensten. Vanaf het midden van de jaren tachtig is getracht het tekort op het staatsbudget terug te brengen. In 1994 is een structureel aanpassingsprogramma geïntroduceerd. Pas in 1998 was de overheid in staat het programma naar tevredenheid van het IMF uit te voeren. Reductie van het omvangrijke leger is onderdeel van dit programma. De realisering daarvan verloopt moeizaam door het politiek fragiele klimaat.

Er zijn economisch grote regionale verschillen in Tsjaad. De noordelijke regio’s zijn zeer dunbevolkt. Er is nauwelijks sprake van enige formele economische activiteit Het Zuiden daarentegen is veel dichter bevolkt en de katoenproductie verschaft er aan een groot deel van de bevolking inkomen. De overheid richt haar aandacht momenteel vooral op het Zuiden van het land i.v.m. het Doba Basin- olie project. Een consortium van oliemaatschappijen (Esso, Shell en Elf) bereidt een oliewinningproject in het Zuiden van Tsjaad voor met een ruim 1000 km lange oliepijpleiding naar de kust van Kameroen. Om hun aandeel in het pijpleidingproject te bekostigen, hebben de overheden van Tsjaad en Kameroen de Wereldbank om een lening verzocht. Zie ook onder Binnenlandse Politiek. In 2004 in Tsjaad begonnen met het exporteren van ruwe olie.

 
Bruto Nationaal Product: $ 8,1 miljard in 2000
Economische Groei: 1,3% (2006)
BNP per hoofd van de bevolking: $ 1,000 in 2000
Bevolking onder de armoedegrens: 64% in 1995
Inflatie van de consumptieartikelen: 3% in 2000
Arbeidskrachten per sector: Landbouw en visserij 83%, industrie (4%), diensten (13%)
Budget: Inkomsten: $ 198 miljoen, inclusief $146 miljoen buitenlandsbronnen.
uitgaven: $218 miljoen, inclusief kapitaal uitgaven van $146 miljoen in 1998
Industrie: Bier, zeep, katoen, vleesverwerking, sigaretten, constructiemateriaal
Groeisector: Olie-industrie
Elektriciteitsproductie: 90 miljoen kWh in 1999
Elektriciteitsconsumptie: 83,7 miljoen kWh in 1999
Landbouw producten: Katoen, pinda’s, millet, sorghum, cassava (tapioca), rijst; koeien, schapen, geiten, kamelen.
Export: $ 172 miljoen in 2000
Exports – goederen: Katoen, vee, textiel
Export – partners: Portugal 38%, Duitsland 12%, Thailand, Costa Rica, Zuid Afrika, Frankrijk
Import: $ 223 miljoen in 2000
Importgoederen: Consumptie goederen, primaire materialen, machines, auto’s en onderdelen, olieproducten.
Import – partners: Frankrijk 40%, Kameroen 13%, Nigeria 12%, India 5% in 1999
Buitenlandse schuld: $ 1 miljard in 1999
Economische hulp: $ 238.3 miljoen in 1995
Geld: Frank CFA – een euro is 656 frank CFA

Diversen

Internet landencode: .td
Internet providers: 1 in 2000
Internet gebruikers: 1.000 in 2000
Wegen: Totaal: 33.400 km; geasfalteerd: 1267 km; ongeasfalteerd: 32.133 km in ’98

 

Comments are closed.

  • Africa Web TV