Reisimpressies 3

Vlag ZambiaImpressies van Zambia 3

De gamefarm

 

 

Aankomst: 24 augustus 2003 Vertrek: 15 september 2003 Gereden km: 43.000
De route: : Kariba (Zimbabwe), Kafue, Lusaka, Mumba, Kafue National Park, Landless Corner, Petauke, South Luangwa Nat. Park, Chipata –> Malawi.
Kafue National Park 3 september 2003

De Gamefarm                                                             10 september ‘03   ergens aan de Luangwa-rivier in Zambia

In het begin van de 20ste eeuw, een eeuw later dan Europa, Afrika ‘ontdekte’ en kolonialiseerde, werd de safari-expeditie populair. De welgestelde voornamelijk Engelse elite vond elkaar in een goed gesprek over de ervaringen die men had opgedaan in dit wild en donker werelddeel. Voor de Britse kolonialen was de safari deels een noodzaak. Men moest van tijd tot tijd het toegewezen land inspecteren en onderhandelen met stamhoofden. De jacht op olifanten voor het ivoor was een bijverdienste. Maar de safari was meer. In Oost Afrika maakten de Engelsen van de Safari een ware cultus, gestimuleerd door hun zucht naar sport en avontuur. De bewegende schaduwen van de stormlantaarn tegen het tentdoek, het fijn gaas van het muskietennet over het bed, de goud rode zonsondergang, de warme gloed van het kampvuur langs de evenaar, de uitgevouwen tafel met daarop de kandelaar en het bestek van zilver en het geluid van het ontkurken van de champagnefles maakten dat de safari tot een eigen stijl werd ontwikkeld. De tradities van ‘good old England’ dienden voortgezet te worden met the four o’clock tea en dinner. Het woord ‘Safari’ betekent in de Oost Afrikaanse taal Swahili ‘tocht’ of ‘op reis gaan’. Hier in Zambia, in het Nyanja zegt men ‘ulendo’. Zo’n tocht kon niet zonder een voorman, in het Nyanja ‘chilingosi’ genaamd.

Safarilodges in zuidelijk en oost Afrika

Er zijn safarilodges in zuidelijk en oost Afrika die de nodige luxe uitstralen. Voor slechts enkele honderden Amerikaanse dollars per nacht kan men hier genieten van het wild en de ongerepte natuur.

Bekende schrijvers vergezelden beroemde jagers. In 1892 trok Lord Randolph Churchill, de vader van Winston, ter jachtsafari per paard door het huidige Zimbabwe. Niet alleen zijn jachtmethodes maar vooral zijn uitzonderlijke reisuitrusting waren een gewild gespreksonderwerp in de Engelse bladen en clubs. Lord Randolph’s safari werd onder andere begeleid door vier koks, een chirurg en talloze wagens voor de essentiële benodigdheden zoals een piano, kisten met gin en champagne en uiteraard een klein arsenaal aan wapens voor de kleine en grote dieren. Theodore Rooseveld ontscheepte voor een safari in Kenia in 1909. Zijn passie voor wild en jacht volgend, vertrok hij met meer dan 300 dragers die zijn tonnen wegende bagage met zich mee sjouwden waaronder kisten met boeken. Het groot aantal dragers was ook nodig omdat hij de afgeschoten dieren liet conserveren en meenam voor het Smithonian Institute.

Vanaf 1920 ontwikkelde de stad Nairobi zich tot het centrum van het administratieve, culturele en mondaine koloniale Engelse Afrika. In haar boek en de gelijknamige film ‘Out of Africa’ schept Karen Blixen een goed beeld van de heersende omgangsvormen van die tijd en plaats. Haar geliefde Denys Finch Hatton was een van de zogenaamde ‘grote witte jagers’, die safari’s organiseerde voor de rijken der aarde. Men logeerde in grote, hoge tenten met iedere dag schoon beddengoed en warme douches. Finch Hatton garandeerde zijn cliëntèle dat de jacht een succes werd. Toen het schot van de Prince of Wales de rhino miste, schoot hij het dier dood en feliciteerde de prins met zijn behaald jachtsucces. Het hoogtepunt van de safari was het diner met de bijpassende wijn waarvoor Denys eenmaal per jaar naar Parijs ging.

Helaas ontberen wij al deze bovenstaande luxe hier op de gamefarm van Criss Wienand. Zie Zambia impressie 2. De gamefarm heeft de naam gekregen van een historische lokale chief met een baard. Dit stamhoofd heette dan ook ‘Ndevu’ wat ‘baard’ betekent in het Nyanja, een van de vele talen in Zambia. Wij dienen ons tevreden te stellen met een uitzicht op de rivier Luangwa, de olifanten, leeuwen, luipaarden en hyena’s die vooral ’s nachts het terrein met een bezoek vereren. Dit bezoek brengt enig ongemak met zich mee bij de toiletgang in het donker. Naar de WC gaan is geen probleem hier in de vrije natuur maar men wil ook weer terugkomen. Wanneer tussen de ‘WC’ en de auto 3 reusachtige olifanten staan, duurt het verblijf langer dan men had verwacht. De bouw van deze gamefarm is nog in volle gang. Op het cement na komen alle bouwmaterialen voor de onderkomens van het 200 km² grote terrein. De rivier zorgt voor water, het bos voor het hout, de riklei voor de stenen en het riet voor de dakbedekking en zo ontstaat langzaam een kamp voor de gasten en een dorp voor de veertig werkers en hun gezinnen. Tegelijkertijd is er een kliniek en een school gebouwd voor de omringende dorpen.

Een zeker zo belangrijke taak is het zorgen voor het evenwichtig wildbestand op de farm. Er worden dieren zoals puku’s gekocht en uitgezet en zonodig het te veel aan leeuwen en luipaarden afgeschoten. Ten behoeve van de nieuw aangekomen dieren is een deel van het land afgezet. Dit terrein van 100 bij 100 meter kreeg een twee en half meter hoog hek dat onder stroom staat die door zonne-energie wordt opgewekt. Een meters hoog zwart plastiek zeil onttrekt de roofdieren het zicht op hun prooi en de nieuwkomers kunnen wennen aan hun omgeving. De omheining is een vervreemdend object in deze oorspronkelijke omgeving. Criss schat dat er tenminste 10 leeuwen en evenzoveel luipaarden actief waren op de farm. Dit betekent dat als elk van deze dieren eens per week een antiloop doodt, het bestand aan deze dieren snel zou verdwijnen.

Een kliniek en een school

Een kliniek en een school gebouwd voor de omringende dorpen

Professionele jagers

Drie professionele jagers en een charmante vrouw

Ndevu gamefarm

De bouw van de Ndevu gamefarm is in volle gang

De oplossing ligt dus voor de hand, namelijk meer antilopen invoeren en zorgen voor minder leeuwen en luipaarden. Dit alles klinkt logisch en helder maar het wordt voor ons anders als Criss voorstelt of Pieter zin heeft om een luipaard te schieten. Even krijgen wij het idee dat wij de krolse kater van de buren zouden moeten schieten. Beleefd informeren wij of hij het alleen af kan en zo ja dat wij dan bedanken voor de eer. Overdag is het kamp een bedrijvig gebeuren van 6 uur in de morgen tot 5 uur in de namiddag klinken de geluiden van de bouw, de machines, de aan- en afrijdende Toyota Landcruisers en de portable radio’s van de scouts verspreid over het hele terrein. Na die tijd heerst er rust en komen de koude pilsjes op tafel om het verloren zweet weer aan te vullen.

Bij het kampvuur komen de verhalen los van vroeger, toen de jacht nog ‘echt’ was en niet vervuild werd met te veel administratieve rompslomp. Criss komt uit een familie van jagers en vertelt hoe zijn vader in de eerste helft van de vorige eeuw maanden van huis was op zoek naar ivoor. Simon komt met spannende verhalen over de huidige jachtpraktijken en de soms onhandige strapatsen van de rijke klanten. De methode van Denys Finch Hatton blijkt nog steeds goed te werken. Om 9 uur ligt een ieder te bed en wordt het kamp weer het territorium van de dieren. Gisteren waren het de olifanten en vannacht de luipaarden en de hyena’s.

Waypoint: Ndevu Gamefarm: 14° 26’ 23” Z – 30° 28’ 05” O

 

Het verschijnsel jagen heeft in dit deel van de wereld een andere klank. De belanghebbenden, zoals de jagers, de lodgehouders en de eigenaren van de gamefarms spreken liever over wildbeheer. In Zambia is 7,9 % van het land als Nationaal park aangewezen. Grote delen van dit dunbevolkte land worden gebruikt als door de staat gecontroleerd jachtgebied. In deze beide gebieden wordt nog veel gestroopt. Natuurlijk hebben wij een mening over jagen maar het is van weinig relevantie voor de impressies. Het beschrijven van de indrukken staat voorop. Een te snel oordeel over de mens en de gebeurtenis zou dit kunnen vertroebelen.

In de onderstaande tabel vindt u enkele gegevens over de jacht op groot wild in Zambia in september 2003
in Amerikaanse Dollars. De kosten zijn exclusief accommodatie en transport. Bijkomende kosten zijn de preparatie en het verzenden van het jachttrofee.

Dier Kosten voor de vergunning opmerkingen tijd
Olifant Niet van toepassing. In Zambia is het verboden om op olifanten te jagen  
Buffel 8.000 plus 3.000 safarivergunning Meestal gaat dit samen met de jacht op kleinere dieren. Minimaal 7 dagen
Leeuw 2.500 – men dient eerst prooi te schieten waarvoor betaald moet worden plus 3.000 safarivergunning 14 dagen
Luipaard 2.500 – Een jacht op luipaard en leeuw kan oplopen tot 19.000 aan vergunningen plus 3.000 safarivergunning 14 dagen samen met de leeuw 21 dagen
Neushoorn Niet van toepassing omdat het dier is uitgeroeid. In 1984 waren er nog 65.000 Rhino’s in Zambia.  
Kudu 600 wordt gebruikt als prooi  
Sable 250 wordt gebruikt als prooi  
Puku 400 wordt gebruikt als prooi  
De jager dient zich te presenteren op de conventies in de wereld om zijn contracten met de klanten binnen te halen. Een top professionele jager in Afrika verdient als hij het hele jaar werkt maximaal US $ 30.000. Van dit bedrag moet hij wel zijn 4×4 voertuig en wapen aanschaffen en onderhouden.

Comments are closed.

  • Africa Web TV